VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Kifid: Adviseur hoeft taxatierapport niet te vergoeden

Geplaatst op: 20-08-2020, 12:52:00

Twee klanten vinden dat zij onnodig taxatiekosten gemaakt hebben en vorderen dat hun adviseur deze kosten aan hen vergoedt. Echter, de geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur niet tekortgeschoten is.

In 2016 sloten consumenten een hypothecaire geldlening af bij een bank, met behulp van bemiddeling en advies door een adviseur. Daarna sloten de consumenten twee consumptieve leningen af, onder meer voor de verbouwing van hun woning. Consumenten wilden de leningen (in elk geval gedeeltelijk) onderbrengen in hun hypothecaire geldlening. Daarom stuurden zij op 30 oktober 2019 een e-mail naar de adviseur gestuurd.

Marktwaarde weten

De adviseur reageert: “De bank gaat tot maximaal 90 procent van de marktwaarde. Voordat we een aanvraag indienen is het nodig de marktwaarde te weten. Hiervoor dienen we een gevalideerd taxatierapport te ontvangen. De verhoging in de berekening kan afhankelijk van de getaxeerde waarde hoger of lager uitvallen. In berekeningen ben ik nu uitgegaan van 290.000 euro marktwaarde. Kun je voor een gevalideerde taxatie zorgen?”

Taxatie voor niets geweest

De consumenten hebben vervolgens een gevalideerd taxatierapport laten opstellen, waarvoor zij 520 euro betaald hebben aan de taxateur. Echter, na navraag bij de bank blijkt dat deze de wijziging niet toestaat. De consumenten beklagen zich daarna bij de geschillencommissie van de Kifid. De adviseur verzocht hen  een gevalideerde taxatie te verzorgen, terwijl later bleek dat de bank de door consumenten gewenste aanpassing niet toestond. De bank stond niet toe dat de bestaande hypothecaire geldlening in stand zou blijven na een ophoging.

Volgens de consumenten had de adviseur dit moeten voorzien of moeten navragen voordat hij Consumenten taxatiekosten liet maken. Zij vorderen dat de adviseur de taxatiekosten van 520 euro aan hen vergoedt.

Verkeerde volgorde?

Volgens de geschillencommissie is het de vraag of de adviseur een verkeerde volgorde gehanteerd heeft door consumenten een taxatierapport te laten verzorgen voordat bekend was of de bank de door consumenten gewenste aanpassing toestond. “Is de adviseur daarmee zodanig tekortgeschoten dat hij de schadevergoeding moet betalen?” De commissie komt tot de conclusie gekomen dat de adviseur niet tekortgeschoten is.

Taxatiekosten niet onnodig

De adviseur betwiste dat de taxatiekosten onnodig gemaakt zijn en voerde aan dat voor de door consumenten gewenste ophoging de waarde van hun woning van belang was. De bank financierde immers maximaal tot 90 procent van de woningwaarde. Volgens de adviseur was het inkomen van de consumenten toereikend voor de door hen gewenste verhoging, zodat hij hen gevraagd heeft een taxatie te laten uitvoeren om de waarde van de woning vast te stellen. Net zoals andere geldverstrekkers wil de bank dat de waarde van de woning wordt aangetoond.

Zorgplicht niet geschonden

Mede gelet op dit verweer van de adviseur oordeelt de geschillencommissie dat de adviseur zijn zorgplicht niet geschonden heeft. “Daarbij speelt tevens de hoogte van de taxatiekosten een rol. Het is goed te begrijpen dat de consumenten deze kosten liever niet gemaakt hadden nu zij de taxatie niet gebruikt hebben, maar anderzijds zijn de kosten niet zo hoog dat de adviseur uitvoerig na had moeten denken voordat hij de consumenten vroeg een taxatie uit te laten voeren.”

Onder voorbehoud van acceptatie

Daarnaast speelt mee dat de adviseur in zijn e-mail van 31 oktober 2019 erop wees dat zijn eerste berekeningen gemaakt zijn onder voorbehoud van acceptatie door de bank. “De consumenten zijn beiden werkzaam in de financiële sector. Weliswaar werken zij niet op het gebied van hypothecaire geldleningen, maar in verband met hun werkzaamheden in de zakelijke kredietverlening (factoring en leasing) hadden zij kunnen begrijpen wat dit voorbehoud van de adviseur inhield en eventueel aan de adviseur kunnen vragen of zij de uitvoering van de taxatie konden uitstellen totdat er meer duidelijkheid zou zijn vanuit de bank. Tot slot speelt mee dat de adviseur geen kosten in rekening gebracht heeft bij de consumenten voor de werkzaamheden waar deze klacht over gaat.”

De geschillencommissie wijst daarom de vordering af.

Bron: bijdrage van 19 augustus 2020 van Ronald Bruins op www.amweb.nl

Vorige pagina